Levende legendes

In de restauratiewerkplaats van Volkswagen Commercial Vehicles worden de originele Combi’s van de jaren 60 en 70 zo getrouw ‘heropgebouwd’ dat zelfs de stiksels van de zetels historisch correct zijn. 

De restaurateurs zijn echte ambachtslieden met liefde voor het vak. Evenveel liefde als de klanten koesteren voor hun T1 of T2. Wij gingen op bezoek…

Je eerste Combi vergeet je nooit. De mijne was grijs met felroze wieldoppen. Een T2 die met veel liefde was onderhouden. Hij behoorde toe aan Frank, de eerste jongen voor wie ik ooit gevoelens heb gekoesterd. Ik dacht zelfs dat ik niet zonder hem zou kunnen… Achteraf weet ik eigenlijk niet meer of ik die warme gevoelens koesterde voor hem of voor zijn auto. De jongen in kwestie is de moeite niet meer waard, maar zijn auto is intussen een klassieker geworden. In de ‘Oldtimer Werkstatt’ van Volkswagen Commercial Vehicles in Hannover worden Combi’s gerestaureerd, die sterk lijken op dat grijze busje uit mijn jeugd.

Als ze hier aankomen, zijn hun flanken soms weggevreten door de roest, als getuige van een allesverterende liefde. De oorsprong van de originele Duitse naam van de Combi, ‘Bulli’, is nog altijd onzeker. Sommigen denken dat het gaat om de verkleinvorm van het Duitse woord dat “bus en bestelwagen” betekent. Maar het zou ook “kleine bulldog” kunnen betekenen, als verwijzing naar zijn gedrongen uiterlijk, met een afgeplatte neus en een afgeronde kont. Een goed bewaarde T1 kan tot 200.000 euro waard zijn.

Volkswagen logo met veel roest

En intussen weten de verkopers maar al te goed wat voor schatten ze in hun garage hebben staan. Dat is meteen ook een probleem voor Gerolf Thienel, want hij probeert zo veel mogelijk mooie modellen in zijn collectie te krijgen. “Wij maken een offerte die is gecertificeerd door een expert”, zegt Gerolf Thienel. “Wij stellen zeker geen utopische prijzen voor.” Gerolf Thienel werkt al voor de restauratiewerkplaats sinds zijn opening, nu bijna drie en een half jaar geleden.

Sedert 2008 wist zijn afdeling bijna 90 voertuigen te verzamelen via concessiehouders en particulieren. Gerolf Thienel weet dat hij met een Transporter niet alleen een auto koopt, maar ook een stukje geschiedenis. “Deze auto straalt vertrouwen uit”, zegt hij. “Het is altijd mooi wanneer de band tussen een mens en zijn auto verdergaat dan louter het technische aspect.” De T1, de T2 en waarschijnlijk ook de T3 zijn echt wel meer dan louter voertuigen. Wat is het mooi wanneer een voorwerp plots – zonder dat er iets of iemand mee gemoeid is – een eigen bestaan blijkt te leiden dat de decennia lijkt te overwinnen.

De Combi is een levensvisie die u verder voert dan uw eigen grenzen. En dat heeft misschien wel te maken met zijn bestaansreden: de Transporter moest een praktisch en wendbaar voertuig zijn, dat zich niet mocht beperken tot het vervoeren van grote ladingen. De Combi nodigde ook uit om er in groep op uit te trekken, al was het maar voor een aangenaam tripje in de Eifel (een heuvelgebied in het westen van Duitsland).

De eigenaar van een Combi genoot het voorrecht om op reis te kunnen gaan met vrienden. Wees nu eens eerlijk: wat is er mooier dan dat? Niet alle auto’s kunnen prat gaan op een even spectaculaire geschiedenis als deze kersenbloesemkleurige Combi, die deel uitmaakt van de verzameling. Ooit was hij eigendom van Pete Townshend, de legendarische rockster van The Who.

In 2005 hadden Townshend en zijn vrouw hem laten omvormen tot een luxemotorhome. Een vermogen van 58 pk, zetels van gebloemd brokaat en een ultramoderne en voor die tijd ambitieuze interieuruitrusting, met een gasfornuis en ruim ontworpen kasten. Ruim in de zin van de T2: de bestuurder van een Combi moest zich altijd kunnen concentreren op het belangrijkste. De T1 en T2 genieten meer genegenheid dan technische waardering. Hun motor is betrouwbaar, maar niet bijzonder krachtig. Boven de 100 km/h kunnen de inzittenden elkaar niet meer verstaan. De Combi lijkt ontworpen om te flaneren, om rustig door het leven te glijden, met de ogen wijd open. 

De onuitwisbare liefde die de Combi uitstraalt, is misschien wel de perfecte remedie tegen de ratrace van deze tijd. Hoe dan ook, in de werkplaats in Hannover gebeurt alles met de hand. Hier worden de koetswerkpanelen nog bewerkt met hamer en soldeerbout, en niet op maat gesneden met lasertechnologie. Elke reparatie kost dus tijd. Voor een auto die zwaar aangetast is door roest, kan het soms een jaar duren voordat hij klaar is. Sommige klanten bellen wekelijks om te informeren naar de stand van zaken en fotomateriaal op te vragen. 

Het is altijd mooi wanneer de band tussen een mens en zijn auto verdergaat dan louter het technische aspect.
Gerolf Thienel

Met de Combi is het altijd een heel persoonlijk verhaal. Voor Gerolf Thienel is de levering van een gerestaureerde auto aan de klant altijd weer een emotioneel afscheid: “Wij geven niet louter een auto terug aan de klant. Het is echt wel veel meer dan dat.” Ooit wilde een klant met zijn T1 exact dezelfde rijsensatie beleven als in 1961. In de werkplaats werd dus een origineel remsysteem met enkel circuit gemonteerd, evenals diagonaalbanden, precies zoals op de versie van toen. In zijn magazijn verzamelt Daniela Sickora de wisselstukken. De dozen zitten vol met wieldeksels, koplampen, asbakken en schokdempers, overwegend originele onderdelen.

Op het internet ga ik over de hele wereld op zoek naar originele onderdelen.
Gerolf Thienel

De rest komt van Braziliaanse fabrieken, waar de T2 nog tot voor kort werd geproduceerd. Want in Zuid-Amerika wordt de Combi vandaag nog altijd beschouwd als de meest praktische auto voor het vervoer van personen en goederen. “Op het internet ga ik over de hele wereld op zoek naar originele onderdelen”, vertelt de 24-jarige vrouw. Het is nog altijd een bloeiende markt, want de mensen willen hun Combi niet van de hand doen. Via verzamelaarsbeurzen worden schroeven en hele motorblokken van het ene continent naar het andere verscheept. En natuurlijk ontvangt de werkplaats van Hannover Combi-fans van over de hele wereld.

De turkooisblauwe Samba-bus is een van de mooiste modellen van de hele collectie. De naam ‘Samba’ is een afkorting van ‘Sonderausführung mit besonderer Ausstattung’ (speciale uitvoering met bijzondere uitrusting). In de gebogen rand van het dak zitten rondom kleine venstertjes en in het midden zit een schuifdak. Dit is de ideale reiswagen: comfortabel en even uitnodigend als een picknickmand op wielen. Het meest ellendige model van de verzameling is een T1 met laadvlak. Hij wordt uitgeleend, want zijn eigenaar wou hem niet verkopen. Het voertuig heeft tientallen jaren buiten gestaan en weer en wind getrotseerd.

Eerst heeft een dikke laag bladeren jarenlang het laadvlak bedekt en daarna heeft iemand hout gestapeld op het volledig verroeste plaatwerk, totdat de eigenaar uiteindelijk overmand werd door wroeging en medelijden. Jammer genoeg was het verval al te ver gevorderd, zodat de auto niet meer gered kon worden. De werkplaats in Hannover kan dus ook geen wonderen verrichten. Het interieur ruikt muf en vochtig, maar de auto straalt nog altijd het typische onwankelbare vertrouwen van de Combi uit. De enige wens van de eigenaar is dan ook behoorlijk aandoenlijk: “Stel hem vooral niet tentoon naast een ziekenwagenmodel.” Hij wou namelijk niet dat de mensen zouden geloven dat zijn Combi de zorgen van een arts nodig had.