Winterbanden

De componenten van winterbanden zijn speciaal gebouwd voor het rijden op winterwegen. Dankzij de grote hoeveelheid natuurlijk rubber blijft de samenstelling van het contactvlak zelfs bij lage temperaturen zacht. Het loopvlak garandeert een stevige grip op winterse wegen. Het drijft water af en zorgt voor uitstekende laterale tractie. Sneeuw kan zich in de brede groeven duwen. Dankzij de profiellamellen hebben de banden een goede grip op ijzige en besneeuwde oppervlakken, omdat de fijne inkepingen bij vertrek resulteren in een groot aantal gripranden die zich in de grond vastgrijpen.

Wettelijk gezien bedraagt de minimale profieldiepte 1,6 mm. Wij raden minstens 4 mm aan.

Hoe snel uw winterbanden slijten, hangt, net als bij zomerbanden, af van uw rijstijl en het aantal kilometers dat u aflegt. De gemiddelde levensduur is vier winters of 35.000 km.

In winterse omstandigheden zijn in bepaalde Europese landen zoals o.a. Duitsland, Luxemburg, Oostenrijk…. geschikte banden verplicht. De reden: ze zijn niet alleen specifiek gemaakt voor sneeuw en ijs maar ook voor koude temperaturen.

Hoewel het niet verplicht is om zomerbanden te gebruiken, raden we niet aan om in de zomer met winterbanden te rijden. Kies in plaats daarvan voor de voordelen van seizoensgebonden banden, waaronder een lager brandstofverbruik, minder slijtage en natuurlijk ook verhoogde veiligheid.

Monteer altijd vier winterbanden. Als u alleen de twee wielen vooraan wisselt, verhoogt u wel het vermogen bij het vertrek, maar dit zal de grip in bochten of tijdens het remmen niet ten goede komen.

Dat hangt af van de maat: hoe groter de velg, hoe groter de band en hoe kleiner de ruimte voor sneeuwkettingen. De onderdeelspecifieke technische rapporten bevatten daarom naast de vermelde velg-bandcombinaties ook informatie over de compatibiliteit van de banden met sneeuwkettingen. Lees meer over sneeuwkettingen.

Wanneer u op een glad wegdek rijdt, bijvoorbeeld in (smeltende) sneeuw, is het mogelijk dat de banden niet de nodige tractie krijgen en beginnen te slippen. Dit kan ertoe leiden dat u slipt, zijwaarts uitglijdt of tot stilstand komt. Sneeuwkettingen zorgen ervoor dat uw banden voldoende tractie hebben, waardoor u uw reis kan voortzetten, zelfs op ijzige, besneeuwde of met smeltende sneeuw bedekte wegen.

Afhankelijk van land tot land zijn diverse regels van toepassing wat betreft de verplichting van sneeuwkettingen. In Duitsland is er bijvoorbeeld geen algemene regel wat betreft verplichte sneeuwkettingen. Maar er zijn wel wegen en regio’s waar sneeuwkettingen in winterse omstandigheden gemonteerd moeten worden. Dit is dan van toepassing op alle voertuigen met vierwielaandrijving. Deze plaatsen zijn aangeduid met een rond, blauw bord met een sneeuwketting.

Er is een verschil tussen een volledige sneeuwketting en een vertrekhulp, waarbij de laatste niet volstaat wanneer sneeuwkettingen verplicht zijn. Er kan ook een onderscheid worden gemaakt tussen aandrijf- en rupskettingen. De meeste kettingen die op auto’s of vrachtwagens worden gebruikt, zijn een combinatie van beide.

In vele landen zijn er specifieke regels omtrent de maximumsnelheid bij het rijden met sneeuwkettingen. In Duitsland is dit beperkt tot 50 km/u.

Normaal gezien worden sneeuwkettingen op de aandrijfas van een auto geplaatst. Als uw auto vierwielaandrijving heeft, dient u de kettingen ten minste op twee wielen van een van de aandrijfassen te leggen. Uw eigenaarshandleiding bevat meer informatie over de precieze plaatsing. Om gebruik te kunnen maken van de volledige capaciteit van de kettingen wanneer u moet remmen in slechte weersomstandigheden, is het raadzaam om op beide assen sneeuwkettingen te leggen. Raadpleeg ons stappenplan om te leren hoe u sneeuwkettingen moet monteren en demonteren.